In memoriam: het studentenleven van Klaas Marck
Persoonlijk
* Student geweest van 1970 tot 1977.
* Lid geweest van: Vindicat (Aegir, Forward hockey)
Waar heb je gewoond in Groningen?
Nieuw Kijk in ’t Jat Straat 54a (70-72) en in Huize Tabu, Poelestraat 37 (72-75). Begane grond, het hoekhuis).
Wat is je meest dierbare plek in Groningen?
De Grote Markt met de sociëteit, boekhandel Scholtens, de wekelijkse markt en Talamini (ijs en goede koffie) .
Heb je nog bepaalde herinneringen aan bepaalde plekken , kroegen etc?
Cafe De Beurs op de hoek van de Vismarkt, waar het goed biljarten was, De Negende Cirkel in de Poelestraat waar we als huisgenoten veel gedobbeld en gedronken hebben, en Het Pakhuis in de Peperstraat, waar ik vaak heb gegeten (goede biefstuk, frites, salade en de mooiste serveersters van de stad ).
Heb je nog contact met mensen uit je studietijd?
Jaarlijks met mijn jaarclubleden en oud-huisgenoten van Huize Tabu, en daarnaast zie ik vaker een paar goede vrienden uit mijn jaarclub en mijn jaar 1970.
Heb je nog bepaalde herinneringen aan je opleiding?
De medische studie vond ik niet erg boeiend. De vakken medische fysica en chemie vond ik het meest interessant. Ik ben een echte bèta klant.
Had je een bepaalde voorbeeld-docent?
Uit mijn studietijd heb ik bijzonder goede herinneringen aan de hoogleraren Keuning en Nieuwenhuis (Histologisch Lab) en Wildevuur (Afd. Experimentele Chirurgie). Die hebben me in de jaren 1972-1975 als student-assistent opgeleid tot wetenschappelijk onderzoeker. In 1977 had ik al drie publicaties op mijn naam, waarvan een waarvan ik de onderzoeksvraag zelf had geformuleerd en het onderzoek zelf heb verricht. Dat was hun verdienste. Ik ben ze tot op de dag van vandaag hier dankbaar voor, en heb hun voorbeeld altijd gevolgd: kennisoverdracht: onderwijs geven aan coassistenten, verpleging, coassistenten, assistenten, collegae, in Nederland en in de Derde Wereld.
Ik heb twee chirurgische opleiders gehad: Van Puyvelde in het Clara ziekenhuis in Rotterdam, een zeer bereisde, veel wetende man die wel zes talen sprak,en prof. Kuijjer, die erudiet en tamelijk ontoegankelijk was, en prof. Huffstadt, mijn opleider plastische chirurgie, van wie ik veel geleerd heb, ook hoe je iets niet moet doen.
Zijn er verhalen over jouw studententijd, die je nog steeds vertelt aan anderen?
Talloze, maar ik beperk me tot een.
Als jaarclub Cru Classé zijn we in 1971 in een week tijd op een vijfpersoonstandem en wat volgauto’s op en neer naar Reims gereden om daar champagne te kopen om bij terugkeer in Groningen onze eerste dies natalis te vieren. Zo’n gezamenlijke activiteit, concludeerden we veel later, smeedde een bijzondere band. Rond 12 oktober komen we ook dit jaar weer bijeen. Ook heb ik nog levendige en bijzonder goede herinneringen aan mijn coschappen op Curaçao. Ik heb maar een advies: lees het boek Isla dushi.
Wat is je belangrijkste motief c.q. reden om lid te zijn van Antonius Deusing? Zijn er activiteiten van Antonius Deusing waaraan je hebt deel genomen?
Ik ben lid geworden van AD omdat ik had gehoord dat er jaarlijks een heel leuke bijeenkomst was. Dat bleek te kloppen. Toen ik eenmaal lid was, ontdekte ik dat er geen aandacht werd besteed aan de wetenschappelijke scripties die doctoraalstudenten schreven. Er moest een Wetenschapsprijs komen. Ik ben een aantal jaren voorzitter van de jury geweest, en heb de legpenning die aan deze prijs verbonden is ontworpen.
Waar gaan jouw herinneringen uit jouw studententijd het meest naar uit?
Naar mijn jaren op Curaçao.
Wat betekent voor jou “mijn universiteit”?
Niet heel veel. Ik heb bijvoorbeeld nooit goed begrepen waarom de medische faculteit moest internationaliseren met Saoedische studenten en een vestiging in China. In mijn ogen ongetemde grootheidswaanzin.
Wat betekent voor jou “ mijn faculteit c.q. ziekenhuis”?
Hierboven heb ik al verteld hoe dankbaar ik nog altijd ben dat ik zoveel persoonlijke aandacht van drie hoogleraren heb gekregen. Zij personificeren ‘mijn faculteit’.
Welk specialisme c.q. baan is het uiteindelijk geworden of heb je gekozen?
Plastische chirurgie. Ik heb van 1986-2003 in Leeuwarden gepraktiseerd. In 2003 raakte ik na een complexe behandeling voor acute myeloïde leukemie arbeidsongeschikt.
Waarom deze keuze?
Het past het beste bij mij. In mijn studententijd in Groningen leerde ik de schrijver/arts/filosoof Belcampo kennen, die op het Schuitendiep woonde. Hij vroeg me ooit of ik al wist wat ik later zou gaan doen. Ik had geen flauw idee. Toen zei hij, hier kort samengevat: ‘als je van grof timmerwerk houdt, wordt dan orthopedisch chirurg, hou je van puzzels oplossen, wordt dan neuroloog, ze maken nooit iemand beter, maar zijn heel blij als ze de puzzel van de juiste diagnose hebben opgelost. Als je graag met een flora er op uit trekt en op ieder bloempje een mooie Latijnse naam plakt, wordt dan dermatoloog. Vervolgens schrijven ze een tubetje voor waarin iets zit geen schimmels en allergieën, en klaar is kees.
Kan jij heel precies werken, wordt dan oogarts...
Hoe is dat zo gegaan ? Tijdens mijn opleiding heelkunde vond ik dat algemeen chirurgen vaak ‘algemene halfkunde’ bedreven, met soms desastreuze gevolgen. Die richting van de chirurgie trok me niet. Voor mijn opleiding had ik in militaire dienst een proefdiermodel voor longtransplantatie bij de rat ontwikkeld, het onderwerp van mijn proefschrift. Ik was bedreven geraakt in microchirurgie en ontdekte dat binnen de plastische chirurgie er prachtige reconstructies werden verricht met behulp van microchirurgische hechttechnieken, zoals vrije gerevasculariseerde lappen. En zo verkoos ik om te te specialiseren in dat vak
Ik had weer eens geluk in mijn leven. Van de 60 kanidaten voor een vacature bij Huffstadt werd ik uitverkoren omdat ik én al gepromoveerd was en Huffstadt (die iedere arts-assistent een proefschrift liet schrijven) op zijn oude dag, hij was in de 60, daarin geen zin meer had. Daarnaast was het leren van die microchirurgie iets dat veel geld en tijd kostte voor zijn afdeling omdat in die tijd er daarvoor vaak weken naar het buitenland moest. Ik was de enige van wie bekend was dat ik die techniek volledig beheerste.
Wat vind je – vooral in deze tijd – van belang voor de opleiding geneeskunde? Heb je tips?
Maak de opleiding wat minder schools. Als co-assistentencoach in het MCL heb ik gemerkt dat veel studenten zich als scholieren gedragen.
Wat vind je – ook vooral in deze tijd – van belang voor de zorg?
Veel minder marktwerking in de zorg (en ook daarbuiten). Ik ben een overtuigd sociaal-democraat van de oude stempel.
Reacties
Log in om de reacties te lezen en te plaatsen