Het studentenleven van Henk-Jan Schaafsma.
Persoonlijk
Henk-Jan is student geweest van 1971 tot 1978. Hij was lid van Vera. Hij woonde eerst op de Vissersstraat 44a en later had hij een eigen huisje op de Akkerstraat 30.
Zijn meest dierbare plek in Groningen is het Noorderplantsoen. Hij woonde daar (in de Akkerstraat) en hij had een mooi uitzicht over de vijver, verder kon je lekker joggen in het Noorderplantsoen.
Op de vraag of hij nog bepaalde herinneringen aan bepaalde plekken, kroegen etc.heeft antwoordde hij dat hij zich de Martinihal, waar het gros van de tentamens gemaakt moest worden, nog levendig herinnert. Hij was niet zo’n kroegtijger maar hij heeft leuke herinneringen aan het, niet meer bestaande, cafeetje aan de Noorderhaven en aan de Gouden Zweep, het café tegenover het AZU op de hoek van de Oostersingel en de W.A. Scholtenstraat.
Behalve met de interviewster (Irene van Ham) heeft hij altijd nog contact met Martin de Leeuw (cardioloog Assen) die in de Akkerstraat bij hem in huis woonde. Elke jaar hebben ze een kleine reünie in Groningen met nog een andere jaargenoot die de studie niet afgemaakt heeft.
Opleiding
Op mijn vraag of hij nog bepaalde herinneringen heeft aan zijn opleiding begint hij enthousiast te vertellen over de video-colleges van professor de Wilde: zwart-wit video’s opgenomen in de snijzaal, die altijd begonnen met de Funeral March van Louis Armstrong. Ter plekke wordt dit muziekstukje opgezocht op YouTube en uiteraard door ons beluisterd. Verder staan de colleges van Professor Bouman van medische fysica hem nog levendig voor de geest. Deze prof demonstreerde de werking van de stembanden met behulp van Heliumballonnen.
Professor Keuning was voor hem een voorbeeld-docent, het was een aimabele man die een gelijkwaardige positie innam.
Een verhaal over zijn studententijd, dat hij bij gelegenheid nog weleens vertelt aan anderen is het volgende verhaal: Met Martin en nog een andere student gingen ze om de beurt een week naar college. Het gemaakte dictaat werd thuis uitgewerkt en daarna bij het Taleninstituut om de hoek gekopieerd voor de beide anderen. Deze dictaten waren in trek en ze werden nogal eens uitgeleend. Op een gegeven moment had Henk-Jan voor de grap in de hoek van zo’n dictaat geschreven: Reitsma gaat huwen (Reitsma was een hoogleraar interne die vrijgezel was). Daarna gonsde het al gauw in de collegezaal dat Reitsma zou gaan trouwen, wat dus niet zo was.
Henk-Jan is geen lid van Antonius Deusing, het moge duidelijk zijn dat hij niet weet wat hij mist.
Zijn herinneringen uit zijn studententijd gaan het meest uit naar de stad Groningen. Daar liep je rond, het kon er in de bietentijd in het najaar zo lekker ruiken naar de Suikerfabriek en naar koffie op het Damsterdiep. “Mijn universiteit cq faculteit” betekent eigenlijk niets voor Henk-Jan, “mijn ziekenhuis” is voor hem ziekenhuis de Gelderse Vallei in Ede waar hij van 1985 tot eind 2019 als cardioloog gewerkt heeft.
Baan
Hij is dus cardioloog geworden. Enerzijds omdat hij het een boeiend vak vond en vindt, hij was er al van jongs af aan mee geconfronteerd omdat zijn vader zwaar hartpatiënt was en anderzijds omdat er, nadat hij de huisartsenopleiding gevolgd had, geen huisartsenpraktijk te krijgen was. Hij deed eerst de huisartsenopleiding en startte daarna met de zgn. sandwichopleiding tot cardioloog. Dit wil zeggen dat hij eerst 1 jaar cardiologie in het oude Anthonius Ziekenhuis in Utrecht deed, toen 2 jaar interne op Curaçao, waarna hij een half jaar een sabbatical nam om vervolgens zijn opleiding in 2 jaar af te ronden in het inmiddels nieuwe Anthonius Ziekenhuis in Nieuwegein.
Boodschap.
Henk-Jan heeft als tip voor de opleiding dat het aantal opleidingsplekken gedecimeerd zou moeten worden. Het aantal arbeidsplaatsen moet leidend zijn voor het aantal op te leiden specialisten, niet de financiële prikkel voor het opleidingsziekenhuis.
Van belang voor de zorg vindt hij dat de basale opleiding voor verpleegkundige weer in ere hersteld zou moeten worden. Niet elke verpleegkundige hoeft en moet HBO opgeleid te zijn. Ook verpleegkundigen die een meer basale opleiding hebben (MBO, in-service) en die de basale zorg leveren zijn van groot belang voor de zorg.